Nautisch

Hieronder vind je achtergrondinformatie die gebruikt is voor een aantal artikelen in de Nieuwe Dokkumer Courant en voor het boek “de beste stuurlui staan aan boord”.

Meer weten? Onder elk item staan verwijzingen naar relevante boeken.

Inhoud onder andere:

 

Lezers worden van harte uitgenodigd om via de contact pagina te reageren en onderwerpen aan te reiken.


Weer

Riet dat ruist en vallen die slaan, water klotst onder de boot, ondanks de stille plek waar je ligt.
Noordwest tot Noord zeven stuwt het water op de Waddenzee op tot verhogingen van 60 – 80 centimeter. Het zijn momenten waarop je buiten op je bootje wil zijn en de natuur en het weer proeven. Het zijn de gevolgen van een aantal al dagenlang door de weerkaarten aangekondigde randstoringen die het mooie weer van de afgelopen weken even doen vergeten en die op hun beurt weer verdreven zullen worden door de in aantocht zijnde hoge luchtdrukgebieden die vanuit de Noordzee aan komen drijven. De isobaren op de weerkaarten beginnen al verder uit elkaar te geraken. Het mooie weer in aantocht.

depressie weergave

“Cross wind rules” van Alan Watts

Isobaren: dit zijn de dikke zwarte lijnen die, rond een lage – of hoge luchtdrukgebied, punten met gelijke luchtdruk verbinden.
In een lage luchtdrukgebied ligt de laagste luchtdruk in het centrum. Elke volgende isobaar ligt 5 milibaar (hectopascal) verder naar buiten.
Hoe dichter de isobaren bij elkaar liggen hoe korter de afstand waarover het drukverval moet worden “opgelost”, hoe meer wind.

Wind waait van een gebied met hoge luchtdruk naar een gebied met lage luchtdruk. En draait, in een depressie, tegen de wijzers van de klok in naar het centrum. (de zwarte pijlen).

De bovenwind, de gestippelde blauwe lijnen, waait van West naar Oost en de trekrichting van de depressie is ONO , de dikke blauwe lijn)

Sta je met je rug naar de wind en zie je de bovenwind van links binnen komen dan verslechterd het weer. (De depressie komt eraan). Zie je de bovenwind van rechts binnen komen dan is de depressie voorbij en klaart het weer op. Weers verbetering.

Waait de bovenwind uit de tegengestelde richting of naar dezelfde kant dan de benedenwind dan sta je aan de Noord- of Zuidkant van de depressie en zal het weerbeeld ongeveer hetzelfde blijven.

De straalstroom.

Dit is een zeer brede “windbaan“ op grote hoogte met hoge windsnelheden. In onze omgeving waait deze van West naar Oost. De straalstroom is mede bepalend voor het brandstofverbruik van vliegverkeer van en naar Amerika.
De straalstroom is een soort “ stofzuiger” die de baan van de depressies boven Europa bepaalt. Ligt de straalstroom ten Noorden van ons land trekken de depressies die meestal onder IJsland worden gevormd boven ons land langs naar Denemarken en verder naar Rusland.
Het slechte weer van een paar maanden geleden werd bepaald door de straalstroom die een maand lang dwars over ons land liep.
Het huidige aanhoudend mooie weer wordt veroorzaakt doordat de hogeluchtdrukgebieden de straalstroom naar het Noorden afbuigen.

Op onderstaande sites en in onderstaande boeken is veel over het weer te leren.
Maar het begint met kijken en noteren. Want het weer is geen toestand maar een gebeurtenis. En een gebeurtenis kun je alleen waarnemen als je er de tijd voor neemt.

http://www.metcheck.com/WEATHER/jetstream.asp

http://www.keesfloor.nl/

http://www.dearend.nl/WeatherLink/Current_Conditions.htm

https://sites.google.com/site/johannsmeteouitleg/weertermen-notedop

Boeken

“De bosatlas van het klimaat”, Noordhoff, 2011

“ Het weer van Morgen”, weerboek voor watersporters, Dieter Karnetzki, Hollandia, 2011

“ Het weerboekje” , Veldman uitgevers, 2003 .

“ The weather handbook” , Alan Watts, Adlard Coles, 1999

“ Zelf wind voorspellen” , Alan Watts, Alk & Heijnen Watersport, 2005.

“ Maritieme Meteorologie em oceanografie”, LJ.A. Van Duijnen Montijn e.a. , De Boer Maritiem, 1975.

“Meteorologie”, W.A. van IJzeren, voormalig docent Zeevaartschool.

Revieuws Boordbibliotheek

 

 

Carsaigh Bay, een kleine baai aan de Westkust van Schotland, door het eiland Jura en de straat van Jura gescheiden van de oceaan. De wind raast en beukt de golven het kleine baaitje binnen. Oorverdovend gedonder op de westkust van Jura en op de kleine eilandjes van de baai, waar ik goed beschut in mijn zelfgemaakte natuurlijke haventje in de buik van mijn Wharram Narai het geweld over me heen hoor gaan.

Drie dagen zal het duren, drie dagen die ik niet aan wal zal kunnen gaan. Mijn kleine dinghy kan dit geweld niet aan. In de loop van deze drie dagen hoor en zie ik de wind ruimen en weer krimpen en buienlijnen voorbij trekken. Het is hier in het noordwesten van Schotland dat mijn interesse voor het weer definitief werd gewekt. Deels uit noodzaak, deels omdat weer fascinerend is en zeker hier in dit gebied onvoorspelbaar lijkt. Het is hier dat ik leer, tijdens het werken aan het schip, dat je de dingen moet doen als het kán want morgen kan het weer anders zijn. De weerswisselingen vinden soms in extreme mate binnen een dag hun beslag.

 

In mijn boordbibliotheek zaten “Het weer van morgen” van Dieter Karnetski en “De wolken en het weer” van G.W.Th.M de Bont.  Karnetski legt op heldere wijze de meest voorkomende weersverschijnselen uit. Met dit boek kun je als beginner goed uit de voeten voor een eerste begrip van weersverschijnselen. Met behulp van ‘ de Bont’ leerde ik naar wolken te kijken en ze te classificeren. Door de vele platen voor alle wolkengeslachten kreeg de zeer ongestructureerd lijkende wolkenhemel enige structuur en leerde ik de diverse wolkensoorten vooral op de verschillende hoogtes te herkennen.

Maar ik miste de nodige basiskennis. Er bleek telkens als ik dacht meteorologische fenomenen te begrijpen toch nog weer een onderliggende diepere laag c.q. vraag te zijn. Toevallig liep ik bij ‘ Waterstone’, in Glasgow tegen het boek van Allan Watts “The weather handbook” aan. Een schot in de roos. Alan Watts benadert het weer vanuit een breder en vooral hoger (500 en 300 Mb) perspectief.  Vanuit de weersystemen.  Vanuit de routes die depressies en hoge druksystemen volgen. Zijn uitleg over de plaats en de rol van de Jetstream was voor mij het duidelijkst tot nu toe. Vanuit de theorie komt hij tot het intekenen van de grotere weerkaart en zijn zeer praktische “crossing windtheorie”. Met deze theorie kan de zeiler, door het vergelijken van oppervlakte wind en de bovenwind, verwachtingen uitspreken over weersverslechteringen en weersverbeteringen. Niet gemakkelijk, maar zeer leerzaam. De kennis van de loop van de straalstroom heeft overigens erg geholpen bij de planning van de tocht van Schotland naar Nederland.

 

In Nederland aangekomen liep mijn kennis toch weer tegen een plafond aan. Na enig zoeken heb ik vervolgens “Metereologie en Oceanografie” aangeschaft. In dit boek worden veel basale, onderliggende natuurkundige verschijnselen uitvoerig besproken, voor mij noodzakelijk voor het begrijpen van het ontstaan van weer. Dit boek heeft mij veel achtergronden opgeleverd over de geboorte van depressies en hoge luchtdrukgebieden, over het ontstaan en ontwikkeling van diverse soorten fronten, hun levensduur en hun consequenties voor het door ons ervaren weer. De theorie en praktijk over het ontstaan en over de levensduur van buienlijnen en supercellen was nieuw voor mij.

Daarnaast geeft het boek op basis van al deze informatie veel weersinformatie aan zeezeilers. Een geweldig en diepgravend naslagwerk.

Na al deze literatuur leken de boeken van Henk Huizinga en Helga van de Leur weinig meer toe te kunnen voegen. Beide vrij nieuw respectievelijk 2019 en 2020 (her) uitgegeven.

Dat bleek een misvatting. Beide schrijvers hebben veel te bieden over specifieke onderdelen van het weer en maken dat vooral erg praktisch.

Huizinga doet dit heel gericht op zeilers en wind en heeft zeer praktische adviezen voor het leren lezen en begrijpen van weerkaarten. Naast zijn weerpalavers elke donderdagmorgen zijn weerkaarten, en met name het praktisch gebruik ervan, weer een stap dichterbij gekomen. Het boek van Helga van de Leur en Govert Schilling is vooral een prachtig kijkboek. Met prachtige wolkenfoto’s waarbij Van de Leur voor diverse wolkengeslachten de voorspellende waarde geeft. Samen met de actuele weerkaarten heb je dan  de mogelijkheid middels persoonlijke waarnemingen lokale weersveranderingen zonodig het hoofd te bieden.

“Het Weer in kaart”, Hollandia Haarlem, 2019. ISBN 978 90 6410 685 9/ NUR 484

“De wolken en het weer”; G.W.Th.M. de Bont, Terra Zutphen

“Dag en nacht; Helga van der Leur en Govert Schilling, 2020, Fontaine Uitgevers.

“Metereologe, oceanografie voor de zeevaart”; C.J. van der Ham e.a., Hollandia, negende druk 2016.

“Het weer van morgen”; Dieter Karnetzki, 2 de druk, Hollandia, 2001.

“ The weather Handbook” ; Alan Watts, 2 de editie 1999, Adlard Coles Nautical

John Coenders


Adviezen van de Havenmeester, afmeren

“In de drukke vakantietijd zie je vaak wat meer stress bij het aanmeren en afvaren dan buiten het seizoen” zegt Gerke.

  • “blijf altijd rustig, er kan nooit echt heel erg veel mis gaan als je alles doet zonder veel vaart in de boot”
  • “Dreigt er toch een aanvaring, haal de snelheid uit de boot, hou fenders klaar en communiceer met je medewatergebruiker”. Een vriendelijke toon binnen en buiten het schip doet veel goed en voorkomt stress.
  • “Vraag hulp als je het even niet weet”. Elke schipper om je heen heeft alle fouten al gemaakt die jij nog gaat maken.”
  • “Blijf altijd aan boord van het schip bij aanmeren en afvaren, dat geldt ook voor de bemanning”
  • “ Sluit aan als het druk is, verhaal het schip even indien gewenst, andere schippers willen ook graag af kunnen meren”
  • “Als je afgemeerd bent, biedt anderen dan even een helpende hand”
  • Meer het schip op de juiste manier af.

  • De voor- en achtertros liggen onder een hoek van ongeveer 45 graden. Deze landvasten houden het schip tegen de wal en voorkomen voor- en achteruitschuiven voor het grootste gedeelte.
  • De voorspring is een lijn vanaf de wal naar de voorkant van het schip, die voorkomt dat het schip “vooruit springt” . Als gevolg van zuiging van voorbij varende schepen
  • De achterspring loopt vanaf de wal naar de achterkant van het schip en voorkomt dat het schip naar “achteren springt”

Gebruik van landvasten

  • Gebruik landvasten die aangepast zijn aan de waterverplaatsing van het schip
  • Gebruik twee kortere landvasten en twee langere springen .
  • Beleg landvasten bij voorkeur dubbel : lus op de kikker en vervolgens via de wal het losse eind weer beleggen op het schip.
  • Dat wil zeggen dat de lengte van de springen minimaal twee maal de lengte van het schip moeten zijn.
  • In getijdehavens moeten de landvasten langer zijn om het verval op te kunnen vangen.
  • Splits een ruime lus in een van de uiteinden. Of maak een lus met een paalsteek.

Handelingsvaardigheden

  • Probeer nooit een landvast vast te maken als het schip (nog) niet helemaal stel ligt.
  • Het schip stil leggen is de verantwoordelijkheid van de schipper.
  • Leer een lijn op de juiste manier te werpen vanaf het schip. Dan wel in een bocht om een meerpaal op de wal, dan wel het losse eind naar een helpende hand op de wal.
  • Leer de tros op de juiste wijze op te schieten. Dat is de voorwaarde om effectief met lijnen te kunnen werken.
  • Hier is oefenen het devies.
  • Goed met een lijn kunnen werpen en effectief een lijn om een meerpaal of verhaalpot kunnen leggen voorkomt veel stress.
  • En misschien nog wel belangrijker, het landvast los krijgen van verhaalpot of meerpaal.
  • Beleg een oefenavond binnen de vereniging of met vrienden.

Varen doe je samen

“kijk vaak achterom, zorg dat je goed zicht hebt rondom, ga goed voorbereid op weg en ken je plaats op het water,” dat zijn de belangrijkste boodschappen van de schippers van de PW 18. Taeke Venema en Luuck van Ellen. Zij onderschrijven van harte het project “ varendoejesamen”

 

“Ga je het water op?
Hoe zijn de weersverwachtingen?
Is je boot in orde?
Kaarten en almanak aan boord?
Heb je stremmingen en andere actuele vaarweginformatie gecheckt?
Ken je de vaarregels?”

(bron: “ varendoejesamen”)

 

Het project ‘Varen doe je Samen!’  staat “ voor::

Alles wat nodig is voor een goed voorbereide vaartocht. Dat vind je op deze website. Gemakkelijk vindbaar. Met veel interessante achtergrondinformatie, met kaarten en apps. Leuk om te weten, leuk om te leren en essentieel om te doen. Je komt er de stof voor het Klein vaarbewijs 1 deels tegen maar nu vooral vanuit het perspectief van veiligheid. Het zou wat mij betreft een uitstekende inhoud voor bijvoorbeeld een vaarbewijs light kunnen zijn.

Varen doe je samen biedt gerichte informatie  voor Recreatievaarders, beroepsvaarders, roeiers, kinderen, snelvaarders.

Varen doe je samen

Belangrijk onderdeel van het project is het overzicht van knooppunten

Een vaarwegknooppunt is een drukke locatie op de vaarweg waar sprake kan zijn van een verkeersonveilige situatie. In de ‘Knooppuntenboekjes’ staan per regio de belangrijkste vaarwegknooppunten beschreven.

 

Varen doe je samen

 

Bekijk de knooppuntenboekjes op de site per regio.

Varen doe je samen

Voor informatie of voor het boeken van een presentatie bijvoorbeeld bij uw vereniging:

info@varendoejesamen.nl

020 – 7051485      Rowena van der Maat ( projectleider varendoejesamen)  06 – 13.85.78.58

PW 18

In mijn column beschreef ik het vakmanschap en de ontspannen manier waarop de bemanning van de PW 18 de dag dat ik mee mocht varen zijn werk deed. Ik kreeg gedurende de dag een inkijkje in de werkzaamheden op de PW 18.

Tijdens het patrouille varen; schouwen zij de oevers, inspecteren zij de naleving van de binnenvaartwet, zijn zij handhavers m.b.t. het Binnenvaart politiereglement, zijn zij ogen en oren voor b.v. waterschap en omgevingsdiensten, controleren zij ligplaatsgebruikers op duur en legitimiteit, controleren vergunningen en ontheffingen voor de beroepsvaart en houden gericht toezicht op snelle motorboten ook op de meren.

Zij zijn veelal, zeker naar de recreatievaart, helpend en dienstverlenend,  met als ondergrens altijd de vaarveiligheid. Zij zijn ondersteunend bij evenementen en calamiteiten.

De schippers van de PW 18 constateren een verschil in vaargedrag tussen scheepseigenaren en huurders van schepen. Dat zien zij met name in het verschil in behoedzaamheid: harder op bruggen afvaren, teveel snelheid op wateren waar dat niet kan, te veel snelheid bij kruisingen. Maar ook  weinig inzicht in de omgang met beroepsvaart, geen goed beeld over hun positie op de vaarwegen, te weinig in zicht in de zuiging van grote schepen en weinig inzicht in mogelijkheden en beperkingen van andere watergebruikers zoals roeiboten, zeilschepen.

Daar ligt dus nog een hele wereld open.

Het project “varendoejesamen”, het vaarbewijs en een site als deze proberen daarbij behulpzaam te zijn.

John Coenders. Met dank aan de bemanning van de PW 18


KAARTEN EN ALMANAKKEN OF TABLETS, LAPTOPS EN APPS?

De ontwikkeling van nieuwe watersport apps voor de recreatieve binnenvaarder maakt het leven makkelijker ,prettiger en veiliger volgens Eelco Piena, ontwikkelaar van de “ nieuwe vaarkaarten” met bijhorende app
Elektronische hulpmiddelen zijn daarbij complementair aan de papieren kaarten zoals we die van ouds her kennen van de ANWB en de naslagwerken zoals de almanakken deel 1 en deel 2 van de ANWB.

Als voordelen van elektronische hulpmiddelen worden genoemd:

  •  Goed en snel te gebruiken bij “ real – time navigatie” ; een druk op de knop is vaak al voldoende om te weten waar je precies bent. Uiteraard als de GPS is aangesloten.
  •  De informatie op een digitale kaart kan sneller worden aangepast en bijgewerkt dan op een analoge kaart. Deze worden om de twee jaar, en binnenkort door de ANWB om het jaar aangepast en opnieuw uitgegeven. Deze kaarten zijn dus statischer.
  • Digitale kaarten bevatten dezelfde informatie als analoge kaarten.
  • Veiligheid: in geval van een noodoproep wordt de positie meteen doorgestuurd naar hulpdiensten.
  • In geval van M.O.B. legt een druk op de knop meteen de positie van de drenkeling vast en indien voorzien van een navigatie-programma kan er via de kortste weg naar toe worden genavigeerd.
  • Toeristische informatie. In de haven afgemeerd is het tijd om te passagieren. De elektronische informatie is in veel gevallen gekoppeld aan voorzieningen zowel op nautisch alsook op culinair, winkel- en cultureel niveau en daardoor overzichtelijk en snel beschikbaar.
  • Bij sommige apps kan de vaarroute van te voren worden ingepland en kunnen de af te leggen afstanden bekeken worden waarop vervolgens een tijdsplan kan worden uitgezet.
  • De nieuwste elektronische kaarten zijn vectorkaarten.
  • Drukke punten uit “ varen –doe- je -samen” worden in sommige apps voorzien van advies voor slim en veilig oversteken

De waterkaarten app van de ANWB en de NL Waterland mobiele vaar app evenals de DKW Vaarkaart app van Win GPS geven dit soort informatie. Op diverse vormen en diverse niveaus. De waterkaarten app van de ANWB is per 31 maart overgenomen door een andere partij. Maar daar zult u volgens de ANWB als gebruiker niets van merken.

Het is altijd raadzaam , om , als er een abonnement moet worden genomen dit eerst voor een korte periode te doen en de app uit te proberen en de gebruiksvriendelijk te testen en te beslissen of de app bij u past.

De nieuwste elektronische kaarten zijn vectorkaarten. Dat wil zeggen dat er kan worden in- en uitgezoomd en details kunnen worden weggefiltert. Zodoende wordt een kaart minder druk en ziet u alleen wat u nodig heeft. Gevaar is uiteraard dat u vergeet in te zoemen bijvoorbeeld bij het invaren van een haven waardoor u noodzakelijke details mist. De ramp met de Vestas, nog niet zo lang geleden, had als oorzaak het niet voldoende ingezoomd zijn, waardoor er een rif werd gemist.

Er is echter ook een andere kant

  • digitale kaarten en elektronische hulpmiddelen roepen soms een soort schijnveiligheid op. Zoals als “ het staat in de krant, dus is het waar”.
  • Dat leidt soms tot een gefocust zijn op het beeldscherm van mobiel, tablet of laptop.
  • Waardoor vaarders de signalen die buiten het schip liggen van wind, stroom, vaarbewegingen en verkeerstekens soms missen.
  • Mijn credo bij aankomende zeilers en motorbootvaarders is “ alle actuele informatie die je moet hebben vind je buiten de boot en kun je gebruiken om te anticiperen op wat komen gaat.
  • De opmerking van achter de laptop van een cursist op het IJsselmeer “ we moeten nu zo de verkenningston in het zicht krijgen” ontlokte mij de uitspraak “ je dat klopt ik zie hem voor me liggen”.
  • Een sluis in- en uitvaren betekent vooral naast je kijken om te zien wat je snelheid is, of en hoe er stroom loopt en waar de verhaalpotten liggen.
  • Een haven binnenlopen en afmeren op een veilige manier is zeer wind- en stroomafhankelijk.
  • Het koers houden op een boei eveneens. Het louter sturen met behulp van GPS en digitale kaarten en wellicht stuurautomaat maakt het leven gemakkelijker maar vermindert uiteindelijk het gevoel voor wat wind en stroom met het schip doen en hoe op deze natuurkrachten te reageren.
  • Elektronica laat het soms en meestal op het verkeerde moment (is mijn ervaring afweten)

Veiligheid ligt volgens mij voornamelijk besloten in het om je heen kijken en het waarnemen van je omgeving. Dat elektronische hulpmiddelen daarbij een aanvulling kunnen zijn staat buiten kijf.
Maar het is nog altijd zo dat u op Waddenzee, IJsselmeer in staat moet zijn om met behulp van een papieren kaart, een kompas uw weg te vinden naar de thuishaven. Dat daarbij het bijhouden van het bestek op kaart en in het logboek van belang is ook evident. Elektronica is altijd kwetsbaar.

Hou altijd goed uitkijk. Maar doe het wel zelf ;-). ____________________________________________________________________________ Uit de schuttevaar 4 november 2021, onderzoek van intergo. Ongelukken in de binnenvaart zijn deels te wijten aan gebrek aan uniformiteit in de stuurhuizen, onjuiste plaatsing van bedieningsinstrumenten en een vals gevoel van veiligheid door geautomatiseerde hulpmiddelen. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het tweede veiligheidsonderzoek van onderzoeksbureau Intergo in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Daarnaast, maar dat is erg persoonlijk, geeft het gebruik van kaart en almanak samen met mijn bemanning, mij en mijn bemanning het gevoel meer betrokken te zijn bij het vaargebeuren.
“Varen -doe -je – samen” betekent voor mij en mijn bemanning ook samen varen:

  • samen plannen en rekenen boven de kaart;
  • routeplanning opschrijven en belangrijke passages noteren;
  • noodzakelijke vaargegevens opzoeken uit de wateralmanak;
  • en tijdens het varen op kaart, in logboek en met behulp ban Almanak direct noodzakelijke gegevens opzoeken;
  • En last but not least: vier ogen zien meer dan twee
  • Het is gezellig

Dat dit meer tijd kost is duidelijk.
Maar het is kwaliteitstijd, tijd waarin je met elkaar met het varen , op je vaarvakantie aan de slag gaat.
Dat met elkaar vertaalt zich door deze wijze van werken ook naar buiten, naar wat er buiten het schip gebeurt en die beleving, daar gaat het volgens mij bij onze vaarvakanties om

https://www.varendoejesamen.nl
Alle knooppunten waar beroeps- en recreatievaart elkaar kruisen.

https://tkbn.nl
Nederlandse kanobond
http://www.wadvaarders.nl/site/pages/wadvaren/getij—dieptes.php
Veel informatie over varen op het Wad

https://www.stentec.com/nl/wingps/wingps-5
Navigatie programma met kaarten voor de binnenwateren

https://webwinkel.anwb.nl/webwinkel/boeken-kaarten/cursus-handboeken-en-almanakken/almanakken.html
De ANWB kaarten ( papier en digitaal) en de App
http://www.watersportverbond.nl
https://nlwaterland.com/

De “nieuwe vaarkaarten” + daarmee corresponderende APP.


DE KNEEP IN DE KNOOP

The Ashley book of Knots van Cifford  W. Ashley bevat 7000 tekeningen  en de uitleg van 3900 knopen.  Ashley  bespreekt deze knopen bezien vanuit het gebruiks- beroepsperspectief van waaruit ze zijn ontstaan en verder ontwikkeld. Van artiest, tot visser en slager tot circusartiest. Maar het meeste aandacht wordt besteed aan het gebruik van knopen en steken in de maritieme wereld. Waarbij naast de gebruiks – en functionele  knopen veel aandacht wordt besteed aan de sierknopen die door  onder andere op hun zeer lange walvistochten in de vooronders werden ontwikkeld.

Met behulp van duidelijke tekeningen zijn alle knopen en steken, met wat volharding en oefening te maken en te leren.

Het gaat echter niet alleen om het maken, sierknopen uitgezonderd, het gaat erom knopen en steken functioneel  op het juiste moment en de juiste plaats te kunnen gebruiken. Juist in dit opzicht geeft Ashley zeer veel aanwijzingen.

Dit boek zou wat mij betreft in geen enkele boordbibliotheek mogen ontbreken, als naslagwerk, als oefenboek , maar ook omdat het langs de weg van de knopen en steken een deel van het basale en authentieke zeeman vak  in tekeningen en tekst tot leven brengt.

Uit De Ashley book of knots.

Als de eerste halve steek met een slip wordt gelegd en daarna  met de bocht afgewerkt als  twee halve steken heb je een steek die niet kapseist, zichzelf vastzet, makkelijk te leggen is en altijd makkelijk te breken is.

Dat geld eveneens  voor een mastworp met voorslag. (Let op: de mastworp zonder voorslag gaat vaak lopen)

Ashley-book-of-knots

Uitgever: Bantam Doubleday Dell Publishing Group Inc: 1980, 65,–

  • Engelstalig
  • 620 pagina’s
  • 9780385040259 :

Zeer toegankelijk en gebruiksvriendelijk  is de site van Theo Slijkerman.: WWW.KNOOPENZO.NL waaruit  onderstaande tekening is gebruikt.

Vanuit de scoutingwereld, die middels het pionieren (het bouwen en maken van constructies)  het schiemannen tot kunst heeft verheven,  bouwde Theo Slijkerman  in de loop van een aantal jaren een prachtige site  op met talloze knopen en steken, voorzien  van een zeer praktische en beeldende stap voor stap instructie.
Zeer de moeite waard om inzicht te krijgen in het maken en gebruiken van talloze knopen en steken.
Als voorbeeld  een stap in het leggen van een de paalsteek.

© Theo Slijkerman

Als laatste wil ik nog verwijzen naar  de Touwslager’s knopenpagina.  Op deze site worden op overzichtelijke wijze  in groepen naast elkaar gezet, getekend en uitgelegd. URL:  https://www.realknots.com/knopen/index.htm#hitch

Last but not least
Knopen en steken kunnen maken is een ding, ze gebruiken is een ander ding.  Na beheersing kan juist gebruik alleen worden geleerd door uitproberen in diverse situaties.  Zoeken naar knopen die het best passen bij de situatie waarin ze nodig zijn, maar ook zoeken naar knopen en steken die je zelf goed liggen, die je makkelijk maakt en gebruikt.

De aloude vaardigheid  van het lijnwerpen wordt daarbij nogal eens vergeten.
In mijn vroegste jaren als zeilinstructeur zetten we op windstille dagen nog al eens een werplijn circuit uit. Deelnemers werden uitgenodigd om met diverse lijnwerptechnieken een lijn om een doel te werpen dan wel een doel te raken. Ik heb er mijn hele verdere vaarleven plezier van gehad omdat het vrijwel altijd lukte, ook in moeilijke situaties  om een lijn op de juiste wijze op zijn plaats te krijgen.
Dat deze vaardigheid begint met het juist en kinkvrij opschieten van lijnen  is evident. En ook dat vraagt oefening. Theo Slijkerman besteedt op zijn site aandacht aan dit soort vaardigheden.

opschieten van een lijn
Theo Slijkerman 2007 www.knoopenzo.nl

www.knoopenzo.nl

John Coenders


HET IN- EN DOORVAREN VAN SLUIZEN

Kijk bij het invaren van de sluis of je wordt opgeschut of afgeschut en of er stroom staat
o Op de kaart staan de symbolen voor de sluis met de punten naar het hoogste pand
o Als er opgeschut moet worden is de sluismuur nat ( let wel op opdroging bij warm weer)
o Als er afgeschut wordt is de muur droog.

sluis in en uitvaren

– Volg altijd de aanwijzingen van het sluispersoneel op
– Zorg dat je fenders op de goede plaats hangen, voorbereiding.
– Vaar zover mogelijk naar door naar voren.
– Vaar rustig, zorg dat de snelheid volledig uit het schip is op het moment dat je vast (laat) maken en weet wat de wielwerking met de motor in zijn achteruit met het schip doet.
– Maak zo snel mogelijk vast

werken met lijnen
o Neem de lijn dubbel met de lus aan boord en het halende part (het deel waaraan getrokken wordt) via de bolder op de kant of verhaalpot in de sluismuur, los in de hand.
o Als je veel stroming of turbulentie verwacht en bij grotere schepen laat dan het halende part met EEN slag slippend om de kikker lopen.
o Als je een groot verval verwacht leg dan meerdere lijnen klaar zodat je de lijnen tijdens het schutten op een hogere of lagere verhaalpot kunt leggen.
o Bij het binnenhalen haal je het halende part binnen. Dat kan nergens blijven hangen.

WIND EN STROOM VAN ACHTER, EERST ACHTER VAST

sluis in en uitvaren

sluistekens

In een van de volgende afleveringen komen we terug op het aanleggen en afvaren.

John Coenders